Joost van Kempen (Assen 1947)

Joost van Kempen vertelt aan Raymond Bouwman (dertig jaar realisten) dat hij jaloers is op schilders die meer vanuit hun fantasie kunnen werken. Het is niet zo dat Joost geen fantasie bezit, maar als hij zich bij zijn werk te veel laat leiden door zijn verbeelding dan gaat dat ten koste van de sfeer die hij wil scheppen. In de loop der jaren heeft Joost echter heel wat ideeën verzameld. In het begin waren het voornamelijk bakstenen die hij schilderde, een eindeloze hoeveelheid bakstenen.

Ook groene landschappen heeft hij veel gemaakt. Inmiddels is het groen wat op de achtergrond geraakt. Hoewel het landschap hem nog steeds fascineert. Tijdens zijn vele bezoeken aan Italië kwam Joost erachter dat in zijn schilderijen nauwelijks warme kleuren voorkwamen. Jammer vond hij dat want hij kan intens genieten van de Italiaanse sfeer. Zo kregen warmere tinten en ook het contrast tussen licht en donker een grotere plaats in zijn werk. Vroeger was zijn streven om die contrasten voornamelijk uit te beelden in stoffen. Een metalen voorwerp, zoals een fiets, een hek tegenover het wollige van een boomlandschap (zie het schilderij Vondelpark).Fel zonlicht kwam niet voor in zijn werk. Hij koos toen voor het milde strijklicht. Deze wijze van verbeelden heeft Joost achter zich gelaten.

Hij ging op zoek naar het contrast en vond dat in Pompeï; donkere ruimtes en felle lichtbanen. Joost ziet het als een uitdaging om zich vol overgave op het licht te werpen. Hetgeen hem vroeger niet lukte, weet hij nu, na een aantal jaren experimenteren, uitstekend weer te geven. Zijn werk is later ook abstracter van opzet geworden. Veel voorkomend zijn dan de geometrische vlakken.

Bron: Dertig jaar realisten. Eindredactie: janna van zon. (ISBN 90-71403025)
Literatuur: De Mokum Collectie (ISBN 90-71403-01-7)